030 Utrecht Voeding Gezondheid -- Een langdurig hoge inname van vitamine B6 kan bij sommige mensen leiden tot klachten zoals tintelingen of gevoelloosheid in handen en voeten. Daarom is er in Nederland een wettelijk maximum vastgesteld voor hoeveel B6 er in supplementen en verrijkte voedingsmiddelen mag zitten. Echter is onderzoek nodig naar de vorm van B6 die deze klachten veroorzaakt.
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
kondigde in 2024 aan het wettelijke maximum te willen verlagen, naar aanleiding
van een opinie van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) uit
2023. Daarin werd de aanvaardbare bovengrens (UL) voor vitamine B6 verlaagd van
25 mg/dag naar 12 mg/dag, op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten.
Daarom onderzoekt het ministerie van VWS of de huidige Nederlandse maxima
aangepast moeten worden. Om die afweging goed te kunnen maken, publiceerde het
RIVM onlangs een rapport waarin verschillende scenario’s worden doorgerekend
voor het verlagen van de maximumhoeveelheid vitamine B6 in voedingssupplementen
en verrijkte voeding.
Verlaging niet de oplossing
Vitamine B6 komt regelmatig negatief in het nieuws vanwege
het risico op zenuwpijn bij gevoelige mensen. Brancheorganisatie NPN vindt het
belangrijk dat dit probleem serieus wordt genomen, maar vreest dat een
verlaging van de maximaal toegestane hoeveelheid niet de juiste oplossing is.
Klachten kunnen namelijk zelfs optreden bij lage hoeveelheden, of via vitamine
B6 uit voeding. Dit komt waarschijnlijk door genetische aanleg, waarbij sommige
mensen extra gevoelig zijn voor bepaalde vormen van deze vitamine.
Een verlaging van de maximum toegestane hoeveelheid pakt het
werkelijke probleem niet aan. Het is belangrijk eerst te onderzoeken welke
vormen van vitamine B6 veilig zijn voor iedereen. In eerder onderzoek,
uitgevoerd in opdracht van NPN door de Universiteit Maastricht, werd al
bevestigd dat één
specifieke vorm mogelijk geen bijwerkingen geeft bij gevoelige personen.
Meer onderzoek is nodig voordat beleid hierop kan worden aangepast. Het is
belangrijk te bepalen of er één vorm van vitamine B6 het veiligst is voor alle
gebruikers. Deze vorm zou dan als enige toegestaan moeten worden in
voedingssupplementen.
Berekening van de vrije ruimte
In het rapport heeft het RIVM doorgerekend hoeveel vitamine
B6 mensen gemiddeld via hun gewone voeding binnenkrijgen. Wat daarbovenop nog
veilig kan worden toegevoegd met supplementen en verrijkte voeding, wordt de
‘vrije ruimte’ genoemd.
Het rapport werkt verschillende scenario’s uit voor de
verdeling van deze vrije ruimte: een scenario waarin alle ruimte naar
supplementen gaat, een waarin de ruimte volledig naar verrijkte voeding gaat,
en een scenario met een verdeling over beide productgroepen.
Aandacht voor gevoelige groepen
Het RIVM benadrukt dat sommige mensen mogelijk gevoeliger
zijn voor vitamine B6, mogelijk door genetische aanleg. Bij hen kunnen klachten
optreden bij lagere innames dan de bovengrens. Meer onderzoek naar deze
gevoeligheid is volgens het instituut nodig. Ook adviseert het RIVM om het
ministerie te laten overwegen waarschuwende teksten verplicht te stellen op
producten waaraan vitamine B6 is toegevoegd.
Eigen verantwoording lidstaten
De Europese Commissie en de lidstaten van de Europese Unie
werken aan harmonisatie van maximale gehaltes aan vitamines en mineralen in
voeding en supplementen. Zolang er nog geen Europese regeling is, blijft het de
verantwoordelijkheid van lidstaten om zelf regels op te stellen. Het is nu aan
het ministerie van VWS om te besluiten welke maximumhoeveelheden vitamine B6 in
Nederland gaan gelden.
Reacties
Een reactie posten