035 Soest Cultuur Vrije tijd Sport -- “Wat er allemaal in mijn hoofd omging tijdens en na mijn turncarrière in de ontdekkingstocht naar mezelf” - Het verhaal van een kind in een turnpakje - Boekbespreking door Jos de Jong.
Shalina Groenveld is
een ex-turnster die al op jonge leeftijd jarenlang meedraaide in de top van de
Nederlandse turnwereld.
“Als kind droomde ik ál van goud. Van het podium. Van
applaus. Ik stond als achtjarige al rechtop in een strak pakje, met een
glimlach die geoefend was; niet nep, maar ook niet vrij. Elke sprong had een
score. Elke fout had een stilte.”
De turnsport is voor veel kinderen een bron van plezier,
maar kent ook een donkere kant. Voor een buitenstaander lijkt het allemaal zo
mooi; topsport beoefenen, lekker trainen, in the picture staan, alleen maar
leuke dingen doen, prijzen pakken etc. Wat daar echter allemaal aan ten
grondslag ligt en wat je daar van kinds af aan allemaal privé voor moet opgeven
en accepteren, is enorm, bijna buitensporig en kindonwaardig.
Waarom dit boek
De veelheid van deze en andere turnopenbaringen die je als
jonge turnster meemaakt, waren voor Shalina aanleiding om haar eigen ervaringen
op papier te zetten. In dit met vele feiten ondersteunde boek neemt zij geen
blad voor de mond en doet ze openhartig verslag van alles wat zij als kind in
de turnsport heeft meegemaakt. Ze heeft het boek niet alleen geschreven om te
helen, maar ook om anderen te laten zien dat er een uitweg is uit mentaal
lijden en dat er een weg is naar geluk, vergeving, dankbaarheid en blijdschap.
"Glinster op het podium, tranen in de kleedkamer"
Iedereen zegt dat ik talent heb. Mama zegt het. De trainer
zegt het. Zelfs de jury, als ze glimlachen wanneer ik afzwaai. Ik ben pas
negen, maar mijn dagen lijken soms al volwassener dan die van grote mensen. Om
zes uur op, een boterham in de auto, en dan urenlang draaien, springen, vallen,
opnieuw. Tot het goed is. Tot het perfect is.
Gebiologeerd door turnen
Vanaf haar vierde was Shalina gebiologeerd door turnen. Ze
trainde meerdere keren per week, werd begeleid door verschillende coaches en
kreeg al vroeg te maken met harde druk om te presteren. Haar jeugd draaide
volledig om topsport, niet om kindzijn. Alles moest wijken voor het streven
naar medailles en perfectie. Alles draaide om trainen, sporten, perfectie, het
onderste uit de kan halen en het maximale uit je lichaam persen om nationaal en
internationaal maximaal te kunnen presteren en prijzen te behalen. Dat een
dergelijke levenswijze zijn tol eist, moge duidelijk zijn.
Turnterreur, misbruik
In de zomer van 2020 kwamen er allerlei negatieve verhalen
uit over turnterreur, machtsmisbruik, vernedering en erkenning van
grensoverschrijdend gedrag. Het is bepaald niet niks als je als jonge turnster
wordt gedomineerd en geïndoctrineerd door de harde aanpak van je trainers, hoe
het contact met je ouders en eigenlijk met iedereen verandert, je je familie,
vrienden en vriendinnen niet of in ieder geval veel te weinig meer ziet, je
allerlei gezellige feestje en uitjes aan je voorbij moet laten gaan omdat je
voor topsport hebt gekozen
Levenswijze en ontwikkeling
De ontwikkeling van een ‘topsportkind’ loopt volslagen
anders dan van een kind in het reguliere cq ‘normale’ leven. Je hebt op deze
leeftijd nauwelijks enige beleving van de voor elk kind zo ontzettend
belangrijke jeugd. Eigenlijk word je op veel te jonge leeftijd al
geconfronteerd met aspecten als verdriet, haat, vreugde, jaloezie, trots en
vooral ook incasseringsvermogen. Je bent hoofdzakelijk bezig met trainen,
trainen en trainen en er wordt al snel van je verwacht dat je een enorm
incasseringsvermogen opbouwt.
Dat deze levenswijze hele nare toekomstige consequenties kan hebben, is voor de
meeste mensen volslagen onbekend, maar wordt door Shalina haarfijn, betrokken
en op zeer persoonlijke wijze uit de doeken gedaan. Als je eenmaal aan haar
boek bent begonnen, wil je maar al te graag verder lezen om een echte indruk te
krijgen van wat er allemaal van jonge (top)turnsters wordt verwacht. Deze dame
heeft heel veel meegemaakt.
Trots en gewoon even kind zijn
Op de wedstrijd hoor ik applaus. Ik zie flitsen van
camera’s. Dan ben ik trots. Dan voel ik me licht, alsof ik echt vlieg. Maar
daarna, als ik alleen in de auto zit met mama, zeg ik vaak niks. Soms vraag ik
me af: is dit normaal? Dat ik zo moe ben dat ik niet meer wil spelen. Dat ik
bang ben om fouten te maken. Dat ik andere kinderen op het plein zie rennen en
denk: wanneer heb ik dat eigenlijk voor het laatst gedaan?
Soms fluistert een stemmetje in mij: ‘Mag ik ook eens even
gewoon kind zijn?’
En toch… als ik vlieg op de balk, als mijn handen het brons aanraken, voel ik
iets magisch. Alsof alles klopt. Maar misschien moeten mensen weten: achter de
glinstering zit ook een traan. En achter elk klein meisje in een turnpakje zit
een kind dat voelt.
Eenzaam
Jarenlang was Shalina boos. Op de turnwereld, om hoe die in
elkaar steekt en hoe coaches jonge meisjes jarenlang in hun macht kunnen
houden. “Als turntalent ben je zo intensief bezig met je sport, er is geen tijd
voor feestjes of speelafspraakjes, ik moest altijd trainen. Daardoor was ik
heel eenzaam en ben ik veel gepest. Ik was ook nog eens heel verlegen, maar dat
zag de buitenwereld als ‘arrogant’. De enige die je begrijpen zijn de andere
turnsters. Maar dat zijn ook je concurrenten. De coaches lieten dan ook geen
mogelijkheid onbenut om ons tegen elkaar op te zetten. Ik heb me vaak
afgevraagd: waarom heeft niemand ingegrepen?”
Shalina was dan ook boos op haar ouders. “Dan dacht ik: ‘Waarom hebben ze mij
niet van turnen afgehaald?’ Maar omdat ik na elke les trots vertelde wat ik
geleerd had, hadden ze geen enkel idee van wat er speelde in de turnhal, wisten
ze niet dat ik gekleineerd werd en me ongelukkig voelde. Ze dachten te doen wat
voor mij het beste was’.
Zwart gat
Nadat Shalina op 16-jarige leeftijd stopte met turnen op
hoog niveau, belandde zij in een ‘zwart gat’ omdat ze de druk om altijd maar
weer op hoog niveau te moeten presteren, niet langer meer aankon. “Toen ik op
mijn zestiende stopte, viel ik. Niet letterlijk (dat mocht niet), maar
vanbinnen. Ik heb geleerd niet te huilen als ik val, want dan wordt de coach
stil. En als de coach stil is, weet ik dat ik iets verkeerd deed. De stilte in
een wedstrijd na een fout. Geen applaus. Geen oordeel. Maar ook geen richting
meer. Ik wist niet wie ik was zonder turnen. Alleen dat ik moe was. En boos. Op
iedereen. Op niemand. Op mezelf. Ik kon het niet meer aan: de druk, de
verwachtingen, ik stopte en belandde in een zwart gat. Ze zeggen dat als je aan
topsport doet, je leert doorzetten. Maar niemand leert je wie je bent als je
stopt, wie je bent als je geen applaus meer krijgt en je voor het eerst in je
leven moet bedenken wat jij eigenlijk wil.
Depressie en overlevingsstand
De jaren daarna stonden in het teken van een intensieve
zoektocht naar zichzelf. Ze worstelde met depressieve gevoelens en voelde zich
gevangen in overlevingsstand. Pas toen andere oud-turnsters in 2020 hun
verhalen deelden, viel bij haar het kwartje. Eindelijk begreep ze waar haar
gevoelens vandaan kwamen – ze was niet de enige. Het besef bood ruimte voor
erkenning en heling.
“Ik heb jarenlang in de overlevingsstand gestaan”, bekent
ze. “Om mijn verleden maar niet in de ogen te hoeven aankijken.” Toen twee jaar
geleden andere oud-turnsters met hun eigen verhalen over machtsmisbruik,
vernedering en grensoverschrijdend gedrag naar buiten traden, besefte Shalina
pas dat het niet normaal was dat ze zich altijd zo rot voelde. “Ik ben hen
enorm dankbaar dat zij de deur open hebben gezet. Hun verhalen zijn zo
herkenbaar. Ik dacht dat ik de enige was. Dáár komen mijn gevoelens dus vandaan.”
Wat niemand zag, was hoe zwaar mijn vleugels wogen
Als kind droomde ik van de hoogste balk. Van goud, applaus,
van vliegen zonder vleugels. In mijn hoofd danste ik al lang voor ik leerde
lopen. De turnzaal was mijn wereld, de sprongen mijn taal. Maar wat niemand
zag, was hoe zwaar mijn vleugels wogen (Theo Olthuis).
Jarenlang had Shalina een masker op: naar buiten toe speelde
ze mooi weer, maar eenmaal thuis was ze moe, boos op alles en iedereen en had
depressieve gevoelens. “Ik ging maar door, altijd moest er maar gepresteerd
worden. Het was ook vluchtgedrag: als je iets niet erkent, dan is het er ook
niet. Dat ik middenin een burn-out zat, wilde ik niet zien. Ik móest door voor
mijn gezin. Hun komst hield me op de been’.
De juiste weg terug
Shalina heeft haar boek dan ook niet alleen geschreven om te
helen, maar ook om anderen te laten zien dat er, ondanks alles een weg terug
is, een weg naar jezelf, een weg naar geluk, vergeving, dankbaarheid en
blijdschap.
Over de auteur
Shalina Groenveld (1988) is een ex-topturnster die jarenlang
meedraaide in de absolute top van de turnsport. In dit boek schrijft zij over
haar ervaringen en denkwijze tijdens en na haar topsportcarrière. Ze is moeder
van twee kinderen en leerkracht in het basisonderwijs. Zelf doet ze ook aan
bodybuilden en is weer regelmatig te vinden in de turnhal.
Negatieve gevoelens ombuigen naar positieve
Door haar trauma’s onder ogen te zien, heeft Shalina
negatieve gevoelens kunnen ombuigen naar iets positiefs. Ze voelt nu begrip,
niet alleen voor haar ouders, maar zelfs voor haar vroegere coaches. “Die
trainer wilde ook gewoon de beste zijn, hij deed wat hem was voorgedaan. Ik
praat het niet goed, maar probeer het wel te begrijpen. We moeten af van het
oude beeld van turnen. Waarom geen trainingen vol aanmoediging en positiviteit,
zodat kinderen groeien in plaats van breken?”
Pret en plezier
Die positiviteit past Shalina nu ook toe als leerkracht.
“Laat die prestatiedruk los. Plezier is veel belangrijker. In turnen wordt
gestreefd naar perfectie, maar dat kweekt angst om fouten te maken. Ik wil mijn
leerlingen en kinderen meegeven dat ze goed zijn zoals ze zijn.”
Ik zie het nu, elke dag in mijn klas. De angst voor fouten zit diep. Zelfs bij
kinderen van zes. Ik leer ze dat ze goed zijn zoals ze zijn. Dat perfectie een
leugen is en plezier een waarheid.
Door deze verandering vond ze haar liefde voor turnen terug bij het
groepsspringen bij ‘Turn Totaal Langedijk’. Zelfs haar zesjarige dochter turnt
nu. “Als ik haar zie huppelen richting de turnhal, met haar haar in een strikje
en een grote glimlach op haar gezicht… dan voel ik iets warms. Als ik ál die
meisjes zie huppelen naar de turnhal, met pakjes en strikken, dan maakt dat me
blij. "Zo hoort het te zijn: niet trainen om te presteren, maar bewegen om
te bloeien. Zó hoort turnen te zijn. Het is gewoon een prachtige sport.”
Meer informatie
Titel : Over de kop van een turnster – Wat er allemaal in
mijn hoofd omging tijdens en na mijn turncarrière in de ontdekkingstocht naar
mijn eigen identiteit en geluk
Genre : Waargebeurde verhalen, Literaire non-fictie
Auteur : Shalina Groenveld
Uitgever : BoekScout, Soest, www.Boekscout.nl
Aantal pagina’s : 226
ISBN : 978-94-646-8046-1
Verkrijgbaar : Bij elke boekhandel en via shalinagroenveld.nl.
Boekbespreking kwam tot stand in samenwerking met NL Magazine.
Reacties
Een reactie posten